Kots op Pittem Berg

Patrick Demarest

19/11/2020
column

Tijdens de afgelopen herfstvakantie waren er eigenlijk maar 3 grote ontsnappingsroutes voor Corona: wandelen, wandelen en… wandelen.   Veel andere leuke dingen dan wandelen of fietsen kan een mens tegenwoordig niet meer doen om zijn zinnen te verzetten, tenzij misschien het nu al rijkelijk vroeg beginnen met het optuigen van de kerstboom. 


De landelijke wegen op en rond de Tieltse Poelberg werden de jongste tijd overspoeld door verspreide trosjes lustige wandelaars.  Wie daar op stap was tijdens de afgelopen mooie herfstdagen had veel kans om vrienden of bekenden te kruisen, en eigenlijk is dat toch wel een troost in café-loze tijden.  Nu is vooral de open natuur een ontmoetingsplaats geworden, en op 1,5 m afstand van elkaar een babbeltje slaan … dat kan geen kwaad en de virussen kunnen buiten zover niet overspringen, dat is ondertussen wel duidelijk geworden.


Wat ik wel straf vond: in de bossen van Ruiselede en Aalter is het nu zelfs verboden om sommige parkings aan de rand van de bossen te gebruiken, wegens té druk.  Ik vraag mij daarbij af of sommige maatregelen er toch niet vèr over zijn.  In Deinze bijvoorbeeld is het stadsbestuur veel strenger dan in Tielt, maar de cijfers daar zijn ondertussen al slechter dan die van Tielt en Aalter …

Mijn eega en ik hebben ook ons deel gedaan om buiten te zijn, en zo bijvoorbeeld eens een Tieltse steegjeswandeling gecombineerd met een oranje pijltjes wandeling, die ons over Pittem Berg voerde en dan via enkele mooie mountainbike-paadjes terug naar Tielt leidde: toffe initiatieven van onze stad.  Het enige wat mij daarbij stoorde was dat aan de rustbank bovenop Pittems hoogste heuvel de vuiligheid uit de vuilbak puilde, waardoor mensen hun afval zomaar op de grond hadden gedumpt … maar dat was nog het ergste niet. 

De houten zitbank en de grond eronder lagen vol kots: daar hebben (jonge?) mensen het vermoedelijk op een nachtelijk zuipen gezet, en ja, dan durft er wel al eens iets op te spelen.  Op zich is dat allemaal heel menselijk en te begrijpen ook: waar moet onze jeugd dezer dagen naartoe als ze toch eens willen uitbreken (en ’t is beter dat ze buiten beperkt samenhokken dan in een besloten kamertje).  Maar als je daar wil pauzeren en een drankje nuttigen aan die fantastisch mooi gelegen picknicktafel … dan is het restant van andermans eten moeten aanschouwen natuurlijk totaal niet leuk!  Dus de moraal van het verhaal is: blijf in uw kot, tenzij om overdag een mooie wandeling te maken, en zuip nadien geen pinten op een bankje, want voor je het weet heb je het vlaggen, ofwel door Corona, ofwel door een kater.   (Hula)